Vriendschap


Het is het jaar 1927. In het dorp begint het nieuwe schooljaar. In de eerste klas van de lagere school komen kinderen bij elkaar die elkaar nog nooit gezien hebben. Zes jaar waren ze allemaal. Al snel was er een tweedeling in de klas. De boerenkinderen, die dialect spraken, en de burgerkinderen die Nederlands als voertaal hadden. Een lieve, maar strenge juffrouw moest hier een geheel van zien te maken.
Mijn moeder, die tot haar vierde jaar op het Friese platteland had gewoond, en daarna op straat de Nederlandse taal en het dialect had gehoord, vond het moeilijk om de mensen te begrijpen. Als mijn moeder iets moest zeggen, was het vaak niet goed in de ogen van de juf. Met veel geduld zei de juf dan: ”Zo moet je het zeggen”. Waarop mijn moeder dacht: ”Ik zeg het toch goed?”
Een klasgenootje van haar had misschien wel dezelfde problemen, hoewel zij in hetzelfde dorp geboren en getogen was. Om kort te zijn, ze werden vriendinnen. Ze speelden bij elkaar, en deden veel samen.
Na hun schooltijd zagen ze elkaar op de meisjesclub en op catechisatie. Beide meisjes trouwden en kregen kinderen. De vriendschap ging niet verloren. Ze zagen elkaar bij de vrouwenbond. Tante Gerrie, zoals wij haar noemden, woonde in een huis met een grote tuin waarin ze groente verbouwde. Mijn zusjes en ik werden er wel eens naartoe gestuurd om een tas snijbiet te halen, zodat we ‘s avonds verse groente te eten hadden. Het toeval wilde dat mijn zusje bij haar dochter in de klas kwam te zitten, en dat zij ook vriendinnen werden.
Tante Gerrie werd ziek, diagnose MS. Een nare invaliderende ziekte. Moeder kreeg een mooie foto van tante Gerrie. Toen haar lichaam zover gesloopt was dat ze naar een verpleeghuis moest bezocht haar zus haar elke veertien dagen een keer. De week dat zij niet ging, kwam mijn moeder op bezoek. Moeder heeft genoten van een week vakantie samen met tante Gerrie in “De blije werelt” in Lunteren. Toen het lichaam op was is tante rustig ingeslapen.
De foto hing ingelijst in mijn moeders slaapkamer, waar ze hem dagelijks kon zien. Na de verhuizing van mijn moeder kwam de foto op de kast te staan in haar slaapkamer. Na het overlijden van mijn moeder lachte de foto haar toe, alsof ze zeggen wilde: ”Eindelijk weer samen”.

Poesje
Ik zal ongeveer elf jaar geweest zijn toen bij ons thuis een kitten kwam aangelopen. In de zomer, de keukendeur stond open, en achter die deur een lekker bakje met kattenbrokjes en melk. Dat lustte hij wel, en spelen met de kinderen was ook leuk. Al snel wisten we van wie het diertje was, en bracht ik hem naar zijn huis terug. Maar net zo vaak als ik hem terug bracht, kwam hij bij ons de kattenbrokjes opeten. Er was geen houden meer aan, hij was vaker bij ons als bij zijn eigen gezin. Tot ik gevraagd heb of we hem mochten houden. Dat mocht, als ik steeds even met hem langs kwam om te laten zien hoe hij gegroeid was. Zo kwam ik regelmatig bij deze buurvrouw aan huis. De kater werd volwassen, en ging zijn eigen leven leiden. Ik mocht ook wel zonder de kat komen, buurvrouw had een grote stapel Flintstones (stripboeken) die ik mocht lezen. Ik genoot van de rust die ik daar ervaarde, en blijkbaar genoot buurvrouw van mij.
Buurvrouw werd ziek, en alles was uitgelezen, maar toch bleef ik komen. Hoewel de buurman en buurvrouw uit een ander deel van Nederland afkomstig waren, heb ik verhaaltjes in het dialect uit onze streek voorgelezen. “Als u het niet kunt verstaan, zeg het dan, dan zal ik het vertalen”. Buurvrouw luisterde geduldig. Voor mij was het een goede oefening, want ik ben in het Nederlands opgevoed. Het dialect leren ze op straat wel, was de mening van mijn moeder.
Toen de buurvrouw was overleden kreeg ik een foto van haar als dank voor de vriendschap.

Kerk
Zomaar een paar verhaaltjes uit mijn eigen leven. Opeens heb je een klik met iemand, omdat je iets samen deelt. Je praat met elkaar, helpt elkaar en leert elkaar beter kennen. Ook kerkmensen kunnen zoiets meemaken. Iemand kwam een keer naar me toe met de vraag: ”Bij welke kerk hoor jij eigenlijk? Ik zie je hier, ik zie je daar, heb jij ook een kerk waar je bij hoort?” Zo kwamen we in gesprek over wat ik deed, en wat zij deed. Er ontstond een soort vriendschapsband, en we kwamen bij elkaar over de vloer. Toen zij naar elders verhuisde, was het contact over. Laatst zag ik haar weer, en spontaan gaven we elkaar een dikke knuffel.

Het Kompas kan gezien worden als vriendschappelijk contact tussen de kerkleden. Delend lief en leed, en uitnodigend tot ontspanning.

Hester van Breda

Downloaden Kruiskerk-app

t,b,v, Apple ios en Android
app store 117x35
google play 116x35